August 3, 2023
De Hoge Raad oordeelde recentelijk in het kader van een inzagevordering (art. 843a Rv) na bewijsbeslag. Inzage in emailverkeer, whatsapp-verkeer en sms-berichten werd verzocht door SolidNature c.s. vanwege een vermeende lastercampagne tegen twee oud-bestuurders van de ondernemingen. De vraag die voorlag betrof het gebruik van zoektermen, zoals in dit geval “Iranian”, “criminal”, “oplichting” en “fraude”, welke woorden door het Hof als te ruim en te algemeen werden beschouwd. De Hoge Raad oordeelde dat de gekozen zoektermen zijn gebaseerd op bewoordingen die zijn gebruikt in de lastercampagne tegen SolidNature c.s. en dat niet zonder meer valt in te zien dat deze zoekwoorden in dit geval te ruim of te algemeen zijn. De vordering tot inzage in de beslagen bescheiden waarin deze zoekwoorden voorkomen, voldoet derhalve aan de eis van bepaaldheid in art. 843a Rv.
HR 2 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:830 (SolidNature c.s. / verweerder)
Achtergrond
SolidNature c.s. menen het slachtoffer te zijn van een lastercampagne tegen twee oud-bestuurders van de ondernemingen. Via emails, twitter en in het opinieblad Quote worden de oud-bestuurders ervan beschuldigd hun geld te verdienen met criminele activiteiten. Vermoedelijk is de lastercampagne opgezet door twee oud-medewerkers. Op basis van deze vermoedens hebben SolidNature c.s., na verlof daartoe te hebben verkregen, bewijsbeslag doen (laten) leggen onder de twee oud-werknemers. Onder het bewijsbeslag vallen alle bescheiden waarin tenminste één van de in het beslagrekest voorkomende woorden voorkomt en die dateren uit de periode 1 mei 2017 tot de datum van beslaglegging op 31 januari 2018. In het beslagrekest zijn ook algemene woorden als “Iranian”, “criminal”, “oplichting” en “fraude” opgenomen. SolidNature c.s. vorderen inzage van de beslagen bescheiden.
Art. 843a Rv
Ingevolge art. 843a Rv kan inzage, afschrift of uittreksel worden gevorderd van bepaalde bescheiden of andere gegevensdragers. De partij die zich op inzage, afschrift of uittreksel beroept, moet een rechtmatig belang hebben en het gevorderde moet gerelateerd zijn aan een rechtsbetrekking. Een aan inzage voorafgaand bewijsbeslag, in het bijzonder het daaraan ten grondslag liggende beslagrekest, dient voldoende specifiek geformuleerd te zijn.
Afwijkende opvatting Hof
In deze kwestie vond het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden juist dat de formulering van het beslagrekest veel te ruim was. Het Hof oordeelde dan ook dat er onder het beslag een minder ruime selectie bescheiden viel, te weten alleen die bescheiden waarin de naam van de afzender van een mailtje, het woord “scam” en/of het woord “Quote” voorkomt. Diezelfde beperking gold volgens het Hof ook voor het emailverkeer, whatsapp-verkeer en sms-berichten. Zoals gezegd, is de zienswijze van het Hof volgens de Hoge Raad onjuist. De Hoge Raad overwoog onder meer dat er goed was onderbouwd waar de betreffende selectie woorden vandaan kwam en waarom ze nuttig waren.
Commentaar
Dit arrest van de Hoge Raad laat zien dat de eis van bepaaldheid in de zin van art. 843a Rv in grote mate afhangt van de omstandigheden van het geval en dus zeer casuïstisch van aard is. Bij het vorderen van inzage in bepaalde digitale bescheiden, en het in dat verband leggen van bewijsbeslag, is men daarentegen niet geheel vrij in de selectie van zoekwoorden. De keuze voor bepaalde woorden- of termen dient voldoende te kunnen worden beargumenteerd.