June 3, 2024
Recentelijk wees de Hoge Raad een belangrijk arrest omtrent de regels die voor termijnoverschrijdingen in belastingzaken gelden. De Hoge Raad ging in navolging van de overige Nederlandse hoogste bestuursrechtcolleges om voor wat betreft de strikte uitleg die werd gegeven aan termijnoverschrijdingen in belastingprocedures.[1] Termijnoverschrijding houdt in dat een bepaald rechtsmiddel, bijvoorbeeld het bezwaar tegen een belastingaanslag, buiten de daarvoor geldende termijn is aangewend. Hoofdregel daarbij is dat het bezwaar niet ontvankelijk wordt verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is. Omstandigheden die zich aan de zijde van de indiener voordeden, gaven voorheen in de regel geen aanleiding om te oordelen dat de indiener niet in verzuim was.
Wat is veranderd?
In het kort komt het arrest van de Hoge Raad erop neer dat wanneer termijnoverschrijding van een aangewend rechtsmiddel aan de orde is, de desbetreffende instantie op basis van een meer contextuele benadering zal moeten beoordelen of redelijkerwijs geoordeeld kan worden dat de indiener al dan niet in verzuim is. Daarbij is meer ruimte gecreëerd voor bestuursorganen en de bestuursrechters om maatwerk te leveren. Zo lijkt het erop dat factoren zoals stress of ziekte sneller tot het verschoonbaar achten van een rechtsmiddel kunnen leiden.
De Hoge Raad verwees in deze uitspraken naar bepalingen van de Nederlandse Algemene wet bestuursrecht, die zowel op de bezwaarfase- als de beroepsfase van toepassing zijn. Tevens verwees de Hoge Raad naar de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 30 januari 2024, waarin deze nieuwe te bewandelen weg voor de verschoonbare termijnoverschrijding in het bestuursrecht voor het eerst is ingeslagen.[2] Ook deze uitspraak heeft betrekking op de bezwaar- en beroepsfase.
Voor de Curaçaose bezwaarfase in fiscale zaken bestaat geen uitdrukkelijke wettelijke grondslag voor termijnoverschrijdingen. Voor de beroepsfase volgt die mogelijkheid uit artikel 5, vierde lid van de Landsverordening beroep in belastingzaken. Niettemin volgt uit jurisprudentie dat artikel 5, vierde lid van voornoemde landsverordening van overeenkomstige toepassing is in de bezwaarfase.[3] Overigens blijkt uit jurisprudentie dat aangesloten wordt bij de termijnoverschrijdingsarresten van de Hoge Raad.[4]
De koerswijziging van de Nederlandse hoogste bestuursrechters is ingegeven vanuit politieke ontwikkelingen aldaar, waardoor de vraag kan worden gesteld in hoeverre deze ontwikkelingen doorsijpelen naar de Caribische fiscaliteit. De toepassing van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is door het Gemeenschappelijke Hof van Justitie voor de Caribische bestuurszaken echter reeds uitdrukkelijk bevestigd.[5] Het lijkt er dus op dat ook de Caribische belastingrechter in navolging hiervan in alle fases van belastingzaken deze soepelere regels zal gaan toepassen.
Hoe kunnen wij u helpen?
Uit het bovenstaande volgt dat ook de werkwijze van de Inspecteur der Belastingen en de Ontvanger der Belastingen in deze kwestie van meer flexibiliteit ten opzichte van de normale burger zal moeten gaan getuigen en deze organen meer maatwerk moeten gaan leveren. HBN Law & Tax kan in deze ondersteuning bieden met ervaren advocaten en belastingadviseurs. Neem gerust contact met ons op voor deskundige begeleiding en advies.