Plaats van werkelijke leiding niet bij Curaçaos Trustkantoor

Plaats van werkelijke leiding niet bij Curaçaos Trustkantoor

October 17, 2024

Inleiding

Op 22 augustus 2024 deed de rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak in een zaak waarin de fiscale vestigingsplaats van een entiteit (hierna: “belanghebbende”) aan de orde werd gesteld en waarbij aan de betrokkenheid van een Curaçaos Trustkantoor (“het Trustkantoor”) als bestuurder voorbij werd gegaan. De rechtbank oordeelde dat de fiscale vestigingsplaats van belanghebbende bij de ultimate beneficial owner (hierna: “UBO”) in Nederland was gelegen bij de natuurlijke persoon en niet op Curaçao bij het Trustkantoor.

Kernoverwegingen

Als uitgangspunt geldt dat de fiscale vestigingsplaats van een lichaam overeenkomt met de plaats waar het bestuur zijn leidinggevende taak (“werkelijke leiding”) uitoefent. Wordt echter aannemelijk gemaakt dat de werkelijke leiding door een ander wordt uitgeoefend dan het bestuur, dan kan er aanleiding zijn om voor de bepaling van de vestigingsplaats aan te sluiten bij de plaats waaruit die ander de werkelijke leiding uitoefent.

Onder werkelijke leiding dient te worden verstaan daar waar de kernbeslissingen met betrekking tot de activiteiten van het lichaam worden genomen, waar de eindverantwoordelijkheid voor deze beslissingen wordt gedragen en van waaruit in voorkomende gevallen instructie wordt gegeven aan de binnen het lichaam werkzame personen. Degene die de dagelijkse leiding heeft bij de uitvoering van een en ander is bij deze beoordeling irrelevant.

 Toegepast op de zaak

De rechtbank zag in diverse aanwijzingen voldoende grond om tot het oordeel te komen dat de plaats van de werkelijke leiding in Nederland bij de UBO was gelegen en niet op Curaçao zoals door belanghebbende werd voorgestaan. Zo werden nagenoeg alle kernbeslissingen ten aanzien van het enige activum dat belanghebbende bezat eerst aan de UBO voorgehouden voor diens goedkeuring. Voorts was het enige activum van belanghebbende een ter belegging aangehouden rentedragende vordering, wat betekent dat de belanghebbende geen actieve onderneming dreef. Belangrijke kernbeslissingen die de UBO nam ten aanzien van deze beleggingsactiviteit waren onder meer:

  • De beslissing om al dan niet dividend uit te keren; en
  • De beslissing over de hoogte van het te hanteren rentepercentage op de vordering.

Verder betrok de rechtbank bij zijn oordeel diverse omstandigheden die ook in de richting wezen dat de werkelijke leiding niet bij het Trustkantoor lag, maar bij de UBO. Deze waren onder meer:

  • Het feit dat een geringe vergoeding door het Trustkantoor werd overeengekomen; en
  • Het feit dat het Trustkantoor van alle aansprakelijkheid werd gevrijwaard.

Kortom kwam de rechtbank tot de slotsom dat de UBO achter de schermen aan belangrijke touwtjes bleef trekken, waardoor de werkelijke leiding van belanghebbende aan haar werd toegerekend.

Betekenis uitspraak voor uw organisatie

In deze zaak valt te constateren dat de rechtbank voornamelijk de in de jurisprudentie ontwikkelde kaders heeft ingekleurd en naar de materiële betrokkenheid van de UBO is gaan kijken.  Door de recente introductie van het UBO-register op Curaçao en de gevallen waarin een verdrag of een rijkswet tot het uitwisselen van informatie noopt, dient men bedacht te zijn dat dergelijke discussies vaker een rol kunnen gaan spelen.  Voor meer informatie over het UBO-register, refereren wij naar deze link waarin wij (de invoering van) het Curaçaose UBO-register uitvoerig bespreken.

Hoe kunnen wij u van dienst zijn

HBN Law & Tax beschikt over ervaren advocaten en fiscalisten die u graag bijstaan in onder meer alle aangelegenheden die de directie en dus uw organisatie rechtstreeks aangaan. Speelt een dergelijke of vergelijkbare kwestie een rol of heeft u een vraag inzake dit onderwerp, schroom dan niet om contact met ons op te nemen.

Written By

François Simon

Senior Tax Manager / Attorney
Curaçao
francois.simon@hbnlawtax.com